Toen mijn dochter nog klein was, kreeg ik menigmaal patiënten op raadpleging met een wrat op bv. de hand of de voetzool. Ik was een pas afgestudeerde arts, werkte in een ziekenhuis en had een apparaat ter beschikking waarmee men wratjes door middel van elektrische stroom kon verbranden. Aldus geschiedde...
Intussen heb ik heel wat meegemaakt in het land van de witgejaste genezers. Ik ben wat je kan noemen een blijvende zoeker, een wroetmens die niet stopt voor hij het beloofde heeft gevonden en zelfs dan, uit gewoonte misschien, blijft verdergraven. Wat mij steeds opnieuw intrigeert is de enorme kracht tot zelf-genezing van de natuur en dat je deze kracht in de mens duidelijk aanwezig kan zien. Ik heb tijdens mijn jaren van medische praktijk heel wat mensen gekend die duidelijk ziek werden of genazen naargelang van hun eigen psychische houding t.o.v. hun ziek-zijn. —Autosuggestie" is het geheel van manieren waarop we het eigen onbewuste kunnen aanspreken om voor onze genezing het beste been voor te zetten. In een doorsnee medische praktijk is op dat vlak heel wat te zien dat niet past in een voornamelijk lichamelijke geneeskunde. Ik ben ervan overtuigd dat wij nog geen 10% gebruiken van de genezende kracht die we gemakkelijk uit onszelf naar boven kunnen halen.
Om terug te keren tot ons wrattenverhaal, wratten werden en worden soms —belezen. Meestal gaat men hiertoe naar een pater die dan een gebedje prevelt om de wrat te doen verdwijnen, vaak met goed gevolg. Ook dat is autosuggestie. In elk geval is het beter dan een wrat bevriezen, verbranden, wegsnijden of inspuiten met ontzettend toxische producten.
In de tijdsperiode van dit schrijven, als mijn dochter van 6 een wratje heeft, begin ik met het een tijdje aan te zien. Dan vertel ik over een kaboutertje dat —s nachts met een kabouter-vijl het wratje komt wegschaven. Belangrijk ook: ik stel haar voor hiermee te beginnen wanneer ze er klaar voor is. Zij zegt: —vandaag niet, papa". Een paar dagen later: —vandaag wel, papa". Ze beslist zelf wanneer ze zich er klaar voor voelt. Is dat niet ongelooflijk fijn? Een week lang komt elke nacht de vlijtig vijlende kabouter, die we roepen door het wratje even aan te raken en samen, met de ogen toe, hard te denken aan de kabouter, wiens beschrijving we nadien grondig bespreken. Na de eerste nacht is er reeds een merkbaar verschil. Na een week is het wratje zo goed als weg en komt de kabouter eigenlijk alleen nog voor het plezier.
Het blijft niet bij de genezing van het wratje. Er worden ook andere dingen geleerd. Zo heeft Evelyn bv. ontdekt dat iedereen zijn eigen kaboutertje heeft. Praktisch, niet? Op die manier raken de kleine mannetjes niet overwerkt.
En nog: ik zeg haar onomwonden dat het verhaaltje van de kabouter vooral dient om haar haar eigen wratje te laten genezen.. "Genees jezelf", ze kent het reeds van de titel van mijn boek. En ze zegt heel serieus: "ik begrijp dat wel hoor." Ze zegt het zo serieus dat ik haar onmiddellijk geloof. Ze weet het, niet als droge wetenschap maar als een heel natuurlijke zaak. En dat, dat knoop ik in mijn oren. Ik wil het nooit vergeten. Het geeft me een gevoel dat ik diep van binnen volledig juist vind. Het gevoel dat alle rationele uitleg-gedoe eigenlijk niet zo belangrijk is. Waar het op aankomt, is de kabouter, de metafoor waar het echte leven in schuilt. En is elke wetenschappelijke uitleg omtrent ziek-zijn niet zelf een nogal schrale metafoor?
Kinderen begrijpen ontzettend veel. Zij weten ook dat er veel te begrijpen valt buiten het domein van het pure begrijpen zelf. Volwassen worden bestaat voor een deel uit "vergeten" wat kinderen weten. Naar kinderen luisteren is daarom altijd heel interessant. Je vindt er niet alleen concrete "waarheid" maar ook heel veel "wijsheid".
Later kan Evelyn haar herinneringen aan gebeurtenissen als deze gebruiken om ook in andere omstandigheden zichzelf te genezen, omstandigheden die veel belangrijker zijn dan een wrat op haar voet. Misschien krijgt ze hierdoor later géén kanker (denk eraan: een wrat is een door virussen veroorzaakte tumor). Zeker zal ze, als ze leert haar innerlijke kracht te gebruiken, minder vatbaar zijn voor infecties, auto-immuunziekten (zoals reuma of multiple sclerose), en veel andere medische toestanden.
Ik weet het. Dit is allemaal enorm moeilijk in wetenschap om te zetten omdat de heel menselijke zaken nu eenmaal slecht in nauwe vakjes passen en dus ook heel moeilijk experimenteel onderzocht kunnen worden. Soms stopt de wetenschap gewoon en moet je op kousenvoeten alleen verdergaan. Het komt er dan op aan de wetenschap niet te snel vaarwel te zeggen. Dit is waarlijk een uitdaging voor een nieuw millennium of twee. Maar ja, wetenschap of geen wetenschap, waar het vooral op aankomt, is de kabouter. Slaap zacht, Evelyntje.